De mondiale urgentie van het versnellen van de duurzaamheidstransitie biedt biobased bedrijven grote economische kansen, specifiek in de verduurzaming van de chemische industrie. Er ontstaan nieuwe afzetmogelijkheden voor biobased grondstoffen en diverse afvalstromen.

Biobased chemie

‘Biobased chemie’ is een onderdeel van ‘biobased economy’; een economie waarin biomassa de plaats van niet-hernieuwbare grondstoffen inneemt. Dit concept wordt interessanter naarmate de economie van fossiele grondstoffen verder onder druk staat.

Het opraken van olievoorraden, klimaatverandering en afhankelijkheid van politiek instabiele regio’s zijn drijfveren voor de zoektocht naar alternatieve en duurzame grondstoffen.

Biomassa

Biomassa wordt nog weinig ingezet als grondstof in de bulkchemie, waar het leeuwendeel van de behoefte aan koolstof zit. Het verbranden van biomassa is een laagwaardig gebruik van de kostbare koolstoffen. Het inzetten van biomassa als grondstof voor de chemie levert meer op en bespaart de CO2 in de verbrandingsovens.

In een ‘biobased economy’ is biomassa de grondstof. Het zijn geteelde planten, zoals bieten en miscanthus, maar vooral ook allerlei afval- en reststromen uit de landbouw, bosbouw en voedingsindustrie. Deze biomassa kan door middel van bioraffinage worden omgezet in grondstoffen voor de chemische industrie. Moderne biotechnologie zorgt daarbij voor extra mogelijkheden.

Biobased als alternatief voor ongewenste chemische stoffen

Stoffen uit biomassa kunnen in de nabije toekomst de meest schadelijke chemische stoffen vervangen. De Europese Unie wil het gebruik van deze stoffen sterk terugdringen en op termijn mogelijk zelfs verbieden. De overheid wil de productie van veilige alternatieven die bovendien afkomstig zijn uit duurzame grondstoffen stimuleren. Biomassa kan zo’n duurzame bron zijn van biobased alternatieven.

Het gebruik van biomassa voor de productie van biobrandstoffen neemt geleidelijk toe. Deze biobrandstoffen vervangen gedeeltelijk de huidige fossiele brandstoffen benzine en diesel.

Voorbeelden van Bio Treat Center-projecten in de transitie van fossiele- naar biobased grondstoffen

Meer doen met lignine
Lignine wordt voor 98 procent als reststof verbrand bij het winnen van cellulose uit hout. Het komt ook vrij wanneer cellulose-ethanol uit biomassa wordt gemaakt. Het project ‘meer doen met lignine’ richt zich op de ontwikkeling en demonstratie van biomassa-conversie naar ruwe lignineolie en de derivatisering daarvan naar polyurethaan en fenol.

Bio-bitumen uit meststoffen
Bitumen (in de volksmond ook wel teer genoemd) is een vloeibaar mengsel van verschillende koolwaterstoffen die voorkomen in ruwe aardolie. Bitumen is een belangrijk bestanddeel van asfalt en als dakbedekking. Ruwe aardolie bevat steeds vaker hogere concentraties aan zwavel. Bitumen bevatten daardoor ook een hogere concentratie aan zwavelwaterstof. Hoewel de industrie het initiatief neemt om verschillende olieproducten te ontzwavelen, is dit voor bitumen niet het geval. Ingenia onderzoekt in het BTC hoe zij bio-bitumen uit biomassa-reststromen kan maken.